Daas : een familienaam
Deze pagina beschrijft de ontstaansgeschiedenis van de familienaam 'Daas' in Nederland. Voor een dergelijke studie is het
Meertens instituut een goed beginpunt. Dit instituut
houdt zich sinds 1930 bezig met de bestudering en documentatie van Nederlandse taal en cultuur. Het beheert o.a.
de
Nederlands familienamen databank. Deze databank
bevat de achternaamgegevens die verkregen zijn tijdens de Nederlandse volkstelling van 1947. Opzoeken van de naam
'Daas' in de databank levert een aantal verwijzingen op. Na enig speurwerk blijken de volgende namen de
belangrijkste te zijn:
Elk van die namen wordt hieronder besproken. Het is belangrijk te beseffen dat de familienaam 'Daas' niet alleen in
Nederland voorkomt. Ook in
België,
Duitsland,
Polen en in India (en het gebied
eromheen) wordt 'Daas' als familienaam gebruikt. Mogelijk is dat in meer landen het geval.
1) Daas
Verklaring: Mogelijk is Daas een verkorte vorm van Van Daasdonk / Verdaasdonk. F. Debrabandere [Verklarend woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk. Brussel, Gemeentekrediet, 1993] brengt deze naam echter in verband met het woord daas in de betekenis van paardevlieg en/of de bijnaam voor een druk persoon. F. Debrabandere beschrijft tevens de oudste vermelding van een persoon met de achternaam 'Daas'. In documenten uit 1938 is ene Henry Daes uit Wervik (België) vermeld ('Daes' is de oude spelling voor 'Daas').
Genealogisch onderzoek van de familienaam 'Daas' is beschreven in:
-
Q.W.J. Daas (1996) De Geschiedenis van de Westbrabantse familie Daas, Rucphen
-
A.C.M. Daas (2008) Stamboom familie
Daas van Zaanse afkomst, Wormer
-
J. Verdaasdonk (1993) Periodiek: Familie van Daesdonk, Verdaasdonk, Verdaesdonck en Daas in de loop der
eeuwen, nr. 1, Teteringen.
'Daas' blijkt een naam die in 1947 niet door heel veel personen in Nederland gedragen werd; in totaal 131. De
verdeling van de dragers van die naam over de verschillende provincies geeft een eerste belangrijke hint over de
mogelijke ontstaansgeschiedenis. Er bevonden zich in 1947 namelijk 82 'Dazen' in Noord-Brabant (vnl. in
Westbrabant en in de regio Eindhoven) en 43 'Dazen' in Noord-Holland (vnl. in de Zaanstreek). In de andere
provincies werden ze nauwelijks aangetroffen.
Voorkomen van de familienaam Daas in Nederland (uit de Volkstelling 1947)
De verdeling in twee groepen doet vermoeden dat er mogelijk weleens van 2 verschillende families sprake kan zijn.
Wat mogelijk op 2 verschillende onstaansgeschiedenissen van de achternaam zou kunnen duiden. Genealogisch
onderzoek van beide families lijkt dit te bevestigen. Q. Daas (Brabantse familie) vermeld in zijn werk uit 1996 dat
hij contact heeft gehad met de heer Bien uit Wormer; geparenteerd aan de 'Dazen' uit de Zaanstreek. Een
vergelijking van de stambomen die beide heren in die tijd hadden opgesteld liet geen enkele verwantschap zien.
Ook werden er duidelijke verschillen tussen de gebruikelijke voornamen in beide families gevonden. Daarnaast
vermelde de heer Bien dat de naam 'Daas' relatief laat ontstond in de Zaanstreek (volgens hem omstreeks 1750).
Dit was in Westbrabant zeker niet het geval; hier kwam de achternaam reeds in 1650 voor. Dit alles lijkt er op te
wijzen dat beide families inderdaad mogelijk niet aan elkaar verwant zijn. De ontstaansgeschiedenis van de
achternaam 'Daas', die beide heren poneren, wijken eveneens af.
Het ontstaan van de naam Daas wordt als volgt verklaart:
-
in de Zaanstreek zou de naam ontstaan zijn uit een samentrekking van 'De Alberts Aersis / Aar(t)sen /
Aarsen'.
Ontstaansgeschiedenis: De Alberts Aersis - De Aar(t)sen - De Aarsen - Daars - Daas.
De stamvader van de 'Zaanse Dazen' is Pieter Daa(r)s (geb. 1760 te Haaldersbroek)
-
in (West)Brabant zou de naam uit 'Verdaasdonk / Van (der) Daasdonk' (Daesdonck in oude spelling) zijn
afgeleid.
Ontstaansgeschiedenis: Van (der) Daesdonck - Daesdonck - Daes - Daas (Zie Verdaasdonk voor een nadere uitleg).
De stamvader van de 'Brabantse Dazen' is Adrianus Daes (geb. rond 1650 te Ginneken)
2) Daas, den
Verklaring: Mogelijk wordt bij deze naam eenvoudigweg gedacht aan een vergelijking met de insectenbenaming
daas, in de betekenis van paardevlieg of de bijnaam voor een druk persoon? Mogelijk kan
nader genealogisch onderzoek deze suggestie te weerleggen. Bij 'Den Daas' wordt tevens verwezen naar: Akkerdaas,
Daas en Den Das. 'De Daas' wordt als variant aangegeven, aan 'Daas' wordt getwijfeld.
'Den Daas' is een naam die in 1947 door vrij veel personen in Nederland gedragen werd; in totaal 408. Utrecht is
de belangrijkste provincie met 202 'Den Dazen'. De naam 'De Daas' werd in 1947 door zeer weinig personen gedragen;
slechts 2 personen bezaten die achternaam. Ze verbleven beide in de provincie Utrecht. Gezien het kleine
aantal personen met die naam en het feit dat in de provincie Utrecht op datzelfde moment wel 202 personen met de
achternaam 'Den Daas' voorkwamen, doet vermoeden dat de 'De Dazen' aan de 'Den Dazen' verwant zijn.
Voorkomen van de familienaam Den Daas in Nederland (uit de Volkstelling 1947)
De naam 'Den Daas' wordt veel in Utrecht en in Zuid-Holland aangetroffen. Volgens de heer A.C.M. Daas uit Wormer
is er geen verwantschap aangetoond tussen de 'Den Dazen' en de twee 'Dazen' families. Nadere studie lijkt
noodzakelijk. Stamvader van de 'Den Dazen' is Cornelis den Daas die rond 1700 in Utrecht woonde.
3) Verdaasdonk Verdaesdonck, van der Daasdonk, van Daasdonk, Verdaas
Verklaring: Van der Daasdonk is gebruikt door de eigenaar en/of bewoner van het huis Daasdonk bij Galder in de
gemeente Nieuw-Ginneken (Noord-Brabant). De naam Van Daasdonk en varianten kan echter ook verbonden worden aan de
plaatsnamen Daasdonk in Waarschoot (Oost-Vlaanderen) en Dentergem (West-Vlaanderen).
In 1947 kwamen er 493 'Verdaasdonken' in Nederland voor, voornamelijk in Brabant. 'Verdaas' werd 85 maal
gevonden, waarvan 75 in Brabant. De namen 'Van Daesdonk' en 'Verdaesdonk' werden, respectievelijk, 20 maal en 17
maal aangetroffen, allen uitsluitend in Brabant. Deze naam en varianten lijken dus erg met de provincie Brabant
samen te hangen.
Voorkomen van de familienaam Verdaasdonk in Nederland (uit de Volkstelling 1947)
In Nederland is Daasdonk bekend als een naam van een landgoed. Ongeveer 3 km ten zuiden van het dorp Ulvenhout lag
tot 1832, aan de oever van de rivier de Mark, een aanzienlijk huis, dat met een gracht was omgeven. Het gebied,
waarin het was gelegen, heet op de kadastrale kaart: Daasdonkse Tiend. Het behoorde van ouds tot het gehucht Galder.
Volgens Ir. C. Buiks (en Dr. Q. Daas) zou de naam Daasdonk verklaard kunnen worden als d'Aa's Donk, dat wil zeggen
een donk gelegen aan het water de Aa. Een donk is een zandige opduiking in een moerassig gebied. Met de Aa wordt in
deze streken de rivier De Mark bedoeld, waaraan Daasdonk - zoals gezegd - grenst.
Locatie van het landgoed Daasdonk in de regio Westbrabant op een kaart uit 1773
Belangrijke vermeldingen van de naam 'Daasdonk' (en varianten) zijn:
-
De stamvader van de 'Verdaesdoncken' is Antoon Verdaesdonck. Hij is op 12 mei 1573 genoemd in de vestbrieven
van Princenhage [J. Verdaasdonk, Familie Van Daesdonk, Verdaasdonk, Verdaesdonck in de loop der eeuwen,
Teteringen, 1993].
-
De oudste vermelding van de familienaam 'Daasdonk' in Nederland is Pauwels van der Daesdonck. Naar hem is de
heemkundekring Paulus van Daesdonck genoemd. Pauwels wordt van
1344 tot 1364 genoemd als leenman van de Heer van Breda. Hij is vermoedelijk de eerste eigenaar geweest van
de hofstad Daesdonck, gelegen aan de linker oever van de Mark onder Ginneken en Bavel [J. Verdaasdonk, 'Wie
was Paulus van daesdonck?', in: Brieven van Paulus. Tweemaandelijks periodiek van de heemkundekring Paulus
van Daesdonck, Nieuw-Ginneken 25 (2000), nr. 129, p 203].
-
Het huis (hoeve) met de naam Daasdonk is omstreeks 1350 voor het eerst vermeld. In 1400 geven Elisabeth van (der)
Daesdonc en haar zuster Lyedelt, dochters van Heinric van (der) Daesdonc, de hoeve 'Ter Daesdonc' in pacht aan
een zekere Peter Seens. Sedert het midden van de 15e eeuw is de band tussen het feodale geslacht (Van der)
Daasdonk, dat in de 14e en 15e eeuw een rol van betekenis speelde in het gevolg der heren van Breda, en de
gelijknamige hoeve onder Ginneken al verbroken. [F.A. Brekelmans, 'Daasdonk onder Ginneken', in: Jaarboek De
Oranjeboom 37 (1984), p 68-96; Chr. Buiks, Veldnamen in de voormalige gemeente Ginneken en Bavel, deel 6,
Nieuw-Ginneken 1983].
-
De oudste vermeldingen van de familenaam 'Daasdonk' in België zijn Lauwers van Daesdonc uit Dentergem in
1415 en Peter van Daesdonc / vander Daesdonc uit Antwerpen in 1399/1400 [in het boek van F.
Debrabandere].